Stadsweg

Bebouwing en Bewoning
van Wolddijk tot Borgweg: Stadsweg 56, 56a, 93, 95
van Borgweg tot Eestumerweg: Stadsweg 58-82, 97-111
van Eestumerweg tot Hemerterweg: Stadsweg 113-123
van Delleweg tot Garrelsweer, Stadsweg 86-114, Stadsweg 125-173


De oude Stadsweg, van middeleeuwse oorsprong, liep van de stad Groningen naar Oterdum aan de Eems. Vandaar was er een veer naar Duitsland. Zie voor meer info Wikipedia.
Die rol als hoofdroute werd voor het deel dat binnen ons gebied ligt in de 17e eeuw overgenomen door de trekweg die toen langs het Damsterdiep werd aangelegd.
Stukken van de Stadsweg hebben sindsdien een andere naam gekregen. Het grootste deel werd verhard. Het deel tussen Hemerterweg en Delleweg is het laatste onverharde deel.

Fragment uit "De zeeweringen, waterschappen en polders in de Provincie Groningen",
 C.C.Geertsema, 1910











Van Wolddijk tot Borgweg, Stadsweg 56, 56a, 93, 95

Rond 1650 werd dit wegdeel Heereweg genoemd.
Op de topografische kaarten van 1909 tot 1962 staat bij dit wegdeel: "Lage of Stadsweg". Werd de Stadsweg toen de Lageweg genoemd?

Langs dit en langs het volgende wegdeel ligt naast de rijweg een dijk die "de Pending" genoemd wordt. Een pending is een dijk die als functie heeft de waterscheiding tussen twee verschillende waterschappen. Lange tijd hoorde het gebied ten noorden van de weg bij het Winsumer en Schaphalster Zijlvest, later Waterschap Hunsingo (afwatering op zee via Reitdiep).Het gebied ten zuiden van de pending hoorde bij het Generale Zijlvest, later Waterschap Fivelingo (afwatering op zee via Damsterdiep).

In het veld aan beide zijden van de weg zijn hoogteverschillen. Kleine wierden wellicht. Halverwege ligt aan de noordzijde de wierde "De Graslanden", tegenover de boerderij "De Graslanden" aan de zuidzijde.

Van Borgweg tot Eestumerweg, Stadsweg 58-82, 97-111

Aan de noordzijde loopt de al genoemde pendingdijk door. Daar achter ligt een gebied dat in vroeger eeuwen werd afgeticheld. De klei werd verwerkt op Tichelwerk Oostbroek dat iets verderop aan de weg lag.Zo ontstond op het Hogeland toch een polder, de Tichellandsterpolder. In die polder werd een boerderij gebouwd, bij het begin van de bebouwde kom van Kröddeburen. Aan de overzijde, na een oude Fivelbocht, begint de "nieuwbouw" van Kröddeburen uit de jaren 30 van de 20ste eeuw.
Daarna kom je bij de oudere bebouwing van Kröddeburen. De weg vanaf de Borgweg tot aan de oude bebouwing werd vroeger de Pennengeuten genoemd.

Aan de zuidzijde:


Van Eestumerweg tot Hemerterweg, Stadsweg 113-123

Nadat de Stadsweg (vanuit Stad) de oevers van de Fivel bereikt heeft in Kröddeburen, begint zij deze te volgen, tot voorbij Winneweer.
Op de hoek stond vroeger een kaak (schandpaal). Zie: Kaak van Kroddeburen.
Die hoek was vroeger minder scherp. Toen stond de woning Stadsweg-111 direct langs de weg. Daar is later Stadsweg-113 met een garage daarnaast voorgebouwd.
Om verkeerstechnische redenen is de hoek in het begin van de 21ste eeuw nog haakser gemaakt, waardoor nu de Stadsweg een zijweg van zichzelf en de Eestumerweg lijkt.
Voorbij de hoek licht rechts van de weg de Fivel en links de bebouwing. In de 18e eeuw stond hier de omgrachte buitenplaats Oostbroek, gebouwd op de plaats waar in de 17e eeuw een Tichelwerk was. Zie Oostbroek. In de 19e eeuw stond hier een boerderij met de naam Oostbroek. Sinds die in 1929 gesloopt was werden hier een timmerfabriek en drie woningen gebouwd. Een van die woningen kreeg de naam "Oostbroek". Van de grachten is alleen die aan de achterzijde bewaard gebleven.

Voorbij Oostbroek lag de oprit naar het Olle Heem, Stadsweg-121. Deze oude omgrachte boerderij werd
in de 20ste eeuw vervangen door een nieuwbouw woonhuis met schuur dichter langs de weg, Stadsweg-123.

Van Hemerterweg tot Delleweg

Dit deel is het laatste deel van de gehele Stadsweg dat nog onverhard is. Het wordt ook wel Vennenweg genoemd en komt onder die naam ook voor op kaarten en in navigatiesystemen.
Het is ook het meest kronkelende deel en mede daardoor nu erg populair als wandelroute.

Dit wegdeel begint bij Pierewietshoukje:
Stadsweg ongenummerd, Pierewietshoukje, G276

Boerderij die in 1953 werd afgebroken.
In 1830 woonde hier kastelein Philip Deisz.
Hier woonden  twee zussen Balkema. J.A. Kiers (van Dinghweer) maakte met hen een deal. Zij verhuisden naar een huis in de Kromme Elleboog en deze woning kwam ter beschikking voor een arbeider van Kiers. D eerste die hier kwam wonen was Arnoldus Balkema (geen familie van de zussen). Hij woonde hier tot zijn dood in 1941. Zijn weduwe Harmke Bakker woonde hier tot in 1942.
Van 1942 tot 1953 woonde hier opnieuw een arbeider van Kiers, Siebrand Wierenga, met zijn echtgenote Ida Ganzeveld. Hun dochter Grietje woonde met haar man Jan Arends en hun kind vlak na de oorlog bij hen in.

Zie: Pierewietshoukje.

Iets verderop loopt de weg dwars over een oude wierde (zonder naam).
Halverwege ligt aan de zuidkant het toegangspad naar Tammingahuizen. Zie Tammingahuizen



Van Delleweg tot Garrelsweer, Stadsweg 86-114, Stadsweg 125-173



Het eerste deel van het vervolg van de Stadsweg valt samen met de Delleweg en de Rijksweg. Dat deel wordt bij die wegen beschreven. Eenmaal de brug over hebben we het weer over de Stadsweg. We bespreken deze tot aan de gemeentegrens, waar nu het viaduct staat.

Krantenknipsel Oktober 1976
Winneweer en Lellens blijven zonder riool
De plannen voor riolering in Lellens en Winneweer zijn afgewezen als aanvullend werk. De uitvoering zou gebeuren in het kader van de werkloosheidsbestrijding.

B.H. Wiersema schreef ooit in de kerkbode:

Stadsweg: Veel mensen menen, dat de Eestumerweg doorloopt tot voorbij het mechanisatiebedrijf van Meijer. Dat is niet juist. Deze gaat niet verder dan de bocht in Kroddeburen, richting Dijkshorn.
De Stadsweg vanaf Winneweer ging, wat nu de kleiweg nog is, en kwam uit bij het huis van Arnoldus Balkema en later door anderen bewoond. Het huis is weg, maar de bomen staan er nog. Deze plek wordt nog wel "Pierewietshoukje" genoemd. De Stadsweg loopt langs Meijer en "Oostbroek" en gaat rechtsaf richting Dijkshorn bij A.J.v.d. Goot. Ter rechterzijde van de Stadsweg lag een streek grond van een paar meter breedte met aan weerszijden een sloot.
Deze strook grond was de scheiding van het Waterschap Fivelingo en Hunsinga en ook de sluis in het Stedumerweer. Deze afscheiding noemde met de "Pending". Vandaar dat ook de boerderij van A.j.v.d. Goot de naam "Pending"draagt.
Het Stedumermaar loopt links naam het Damsterdiep en rechts naar richting Stedum, Westerwijtwerd. Aan dit water ligt de Wolddijk en voorbij de boerderij van Prins komt je bij "Leste Stuver", waar ook nog een paar huizen stonden.

(Wat toen plaatselijk vaak Stedumermaar genoemd werd, is in feite het Westerwijtwerdermaar.)